-Voorwerpen waarmee je een bewegingsparcours kan maken. Je kan kiezen om buiten te bewegen (vb. over/onder de trampoline, met langs de glijbaan omhoog, stukje zaklopen, een ladder in het gras leggen,…)
- Je kan ook binnen bewegen (vb. onder de tafel, onder de keukenstoelen, springen over de Barbies, sluipen onder de strijkplank,…)
Hoe gaat het spelletje?
- Je papa of mama zegt je bij de start één van de woorden op de volgende lijst.
- Je legt het parcours af en denkt daarbij terwijl aan een rijmwoord.
- Bij het einde van het parcours zeg je het rijmwoord tegen je mama of papa en die vertelt je of je juist bent (bij onze 2de kleuters zullen dit waarschijnlijk nog nonsenswoorden zijn, dit is zeker niet erg. Probeer hen misschien daarna een bestaand rijmwoord bij te brengen).
Voorbeelden van rijmwoorden:
- paasei
- konijn
- haas
- thuis
- kip
- vakantie
- bloeien
- groen
- chocola
- rapen